WARMTE.
Warmte-isolatie of thermische isolatie is een eigenschap van materialen en constructies om de overdracht van thermische energie ( warmte) tussen twee zijden van het materiaal of de constructie tot een minimum te reduceren.
Redenen om te isoleren zijn er in overvloed. De belangrijkste voordelen van isoleren zijn een lager energieverbruik, meer wooncomfort (in de zomer blijft het langer koel binnen / in de winter blijft het langer warm binnen), lage investering, kosten besparing en minder uitstoot van emissies en dus beter voor het milieu. Thermische isolatiematerialen verdienen zichzelf snel terug, zowel in nieuwbouw, als renovatie toepassingen.
Hoe dikker de isolatie, hoe beter de bescherming tegen te warme of koude buitentemperaturen.
De waarde van warmte
Door gebouwen goed te isoleren wordt er geïnvesteerd in de toekomst, zowel de kosten voor de gebruiker van de gebouwen worden verlaagd, evenals het milieu wordt bespaard. Op dit moment is 70% van de Nederlandse woningen niet of onvolledig geïsoleerd. Door de ontbrekende isolatie in de woningen aan te brengen, kan 7 miljoen ton COC per jaar worden bespaard. Dit is 35% van de CO2-emissie die veroorzaakt wordt door aardgas gebruik in woningen.
Voorbeeld van de temperatuursverdeling in een spouwmuur.
Door het isoleren van de spouw, ontstaat er een hoog comfort niveau in het gebouw.
Warmte in terminologie
In onderstaande tabel zijn een aantal begrippen weergegeven waarmee het isolatieniveau wordt berekend;
Symbool | Omschrijving | Toevoeging | Norm | Formule |
R | Rekenkundige warmteweerstandswaarde | M².K/w | Dikte/lambda | |
l | Warmteweerstand coëffiënt van het materiaal | W/m.K | EN 12667 | lambda rekenwaarde=gedeclareerde lambda x correctie factor |
Rm | Thermische warmteweerstandswaarde van het materiaal | M².K/W | EN13163 | Rm=dikte/lambda rekenwaarde afgerond op 0,01 |
Rd | Gedeclareerde warmteweerstandswaarde | M².K/W | EN13163 | Rd=dikte/lambda rekenwaarde afgerond op 0,05 |
Rc | Warmteweerstand van de constructie | M².K/W | Rc=Rm1+Rm2+Rm3+etc. | |
Rtot | Totale warmteweerstandswaarde | M².K/W | Rtot=Rsi+Rc+Rse | |
U | Thermische geleidbaarheid coëfficiënt | W/M².K | U=1/Rtot |
Energie (warmte) stroomt van warm naar koud. De mate waarin materialen warmte kunnen geleiden ( de warmtegeleidingcoëffiiciënt) speelt daarbij een belangrijke rol. Daarnasst is de dikte van belang, hoe dikker het isolatiemateriaal (van hetzelfde type), hoe hoger het isolerend vermogen.
Wet en regelgeving
In de wetgeving zijn gedeclareerde waardes (Rd-waarde) voor isolatie en rekenkundige waardes (Rc-waarde) voor constructies opgenomen, zoals bijvoorbeeld een spouwmuur. Ook zijn bepaalde rekenmethodes en meetmethodes opgenomen, om de waarde te berekenen waaraan de constructie voldoet op gebied van thermische prestaties.
De richtlijnen voor de warmteweerstand van een constructie worden weergegeven in het bouwbesluit, voor bijvoorbeeld spouwmuren in de NEN 1068. Het bouwbesluit stelt voor uitwendige constructies een minimale warmteweerstand van (Rc) 2,5 m².K/W. Daarnaast wordt ook een maximale Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) ten aanzien van het gebouw vastgesteld. Om aan de verscherpte EPC-eis van 0,6 in nieuwbouwwoningen te voldoen, wordt een minimale Rc-waarde van 3,5 tot 4 m².K/W aanbevolen.
Onze hoofdleverancier Knauf Insulation is continu bezig met onderzoek en ontwikkeling, om producten aan te kunnen bieden die aan de verscherpte eisen kunnen voldoen. We kunnen oplossingen bieden om met een zo dun mogelijk product een zo hoog mogelijke isolatiewaarde te behalen, waardoor de constructie ruim voldoen aan de gestelde normen.
GELUID.
WAT IS GELUIDSISOLATIE ?
Geluidsisolatie is het isoleren van geluid en lawaai dat van buiten een ruimte wordt uitgezonden. Hier wordt vaak gebruik gemaakt van GLASWOL als isolatiemateriaal die bijvoorbeeld als toepassing wordt aangebracht tussen scheidingswanden. Geluidsisolatie bestaat in veel vormen, denk aan luchtgeluid en contactgeluid.
De luchtgeluidisolatie van een systeem wordt uitgedrukt in het aantal decibel (DB) dat door de constructie wordt geïsoleerd (tegengehouden). Luchtgeluidisolatie zorgt voor afscherming van lawaai. Bijvoorbeeld luchtgeluiden die buiten worden geproduceerd door het verkeer, spoor, auto’s, etc. En bijvoorbeeld luchtgeluiden die binnen worden geproduceerd, denk aan conversaties, televisie, stereo installaties, etc.
De contactgeluidisolatie van een systeem wordt uitgedrukt in het aantal decibel (DB) dat bij het direct aanstoten van de constructie door de constructie naar een naastgelegen vertrek wordt geleid. Voorbeelden hiervan zijn loopgeluiden, schuiven van stoelen of boren in een muur.
WAT IS GELUIDSABSORPTIE ?
Geluidsabsorptie is het absorberen van geluiden die in ruimte wordt uitgezonden. Voorbeeld van een ruimte waar weinig absorptie is, is een kerk; veel galm en moeilijk om elkaar te verstaan. Doordat in de kerk alleen maar harde materialen zijn toegepast, houten banken, plavuizen, bakstenen wanden. Voorbeeld van een ruimte waar te veel absorptie is, is een crematorium; gedempt geluid en moeilijk om elkaar te verstaan, doordat er veel zachte materialen zijn die het geluid absorberen. Zoals plafonds, vloerbedekking, stoelen en gordijnen.
WAAROM GELUIDSISOLATIE ?
Geluidsisolatie heeft twee functies. Je wilt het geluid buitenhouden maar ook in de tweede plaats binnenhouden. Bij het buitenhouden van geluid kan je denken aan ; vliegtuigen, auto’s, straatlawaai, enzovoort. Bij het binnenhouden van geluid kan je denken aan ; kinderen, tv, muziek, enzovoort.
VIER ELEMENTEN.
Er zijn vier elementen die de manier waarop geluid ervaren wordt, beïnvloeden. Dit is het geluidsniveau, de tijdsduur en frequentie van het geluid, maar ook de psychologische factor ( individueel).
Het geluidsniveau loopt sterk uiteen en gaat van zeer lage tonen naar hele hoge tonen. Onderstaande tabel geeft het geluidsniveau in decibel weer bij verschillende elementen en activiteiten. Bij de psychologische factor (individueel) onderscheiden we de akoestiek; de voortplanting van een klank in een besloten ruimte en de ervaring die deze voortplanting bezorgt aan de luisteraar.
Akoestische isolatie
Het isoleren van geluid is het verhinderen dat het geluid zijn doorgang vindt. De verbetering van akoestiek wordt weergegeven in het reduceren van het aantal decibel.
Rw (C;Ctr): waarde die de luchtgeluidsisolatie weergeeft.
Ln,W: waarde die de contactgeluidsisolatie weergeeft.
Wanneer de Rw (C;Ctr) waarde hoog is, is er een goede absorptie van luchtgeluid. Wanneer de Ln,W waarde laag is, is er een goede absorptie van het contactgeluid.
dB-waarde (decibel): de intensiteit van het geluid. Decibel is een logaritmische schaal. Dit houdt in dat de geluidsniveau’s van meerdere bronnen niet bij elkaar opgeteld kunnen worden (een verhoging van 10 dB zak waargenomen worden als verdubbeling van het geluidsniveau). Minerale wol is het meest efficiënte isolatiemateriaal ten behoeve van geluidsisolatie.
Brand.
De brandveiligheid van gebouwen wordt bepaald door de aanwezigheid van voldoende vluchtwegen en de toegepaste bouwmaterialen. Hierin onderscheiden we de brandreactie van de bouwmaterialenzelf, evenals de brandwerendheid van de scheidingsconstructies.
De waarde van brand.
Isolatie is een van de belangrijkste producten in een constructie die een goede brandweerstand kan opleveren. Om ervoor te zorgen dat een constructie beschermd wordt tegen brand, is het noodzakelijk om hoogwaardige en brandwerende materialen toe te passen. Naast het beschermen van de constructie, is ook de veiligheid van de bewoners of gebruikers van het gebouw van groot belang. In bijvoorbeeld vluchtroutes en openbare verblijvenruimtes is de brandveiligheid erg belangrijk.
Brand in terminologie
Er zijn verschillende criteria waarop gelet wordt met betrekking tot de brandweerstand van constructie-elementen:
- Brandreactie
- Brandvertragend
- Onbrandbaar
- Vlamdovend
- WBDBO
Om de brandwerendheid meetbaar te maken is het in de volgende klasse opgedeeld:
- Euroklassen systeem
- Rookklasse
- Druppelklasse
Sinds het invoeren van de CE markering voor isolatieproducten in de bouw, wordt de brandwerendheid door middel van een Euroklassen systeem aangegeven comform de norm EN 13501-1. Het Euroklassen systeem is onderverdeeld in klassenvan A tot F, waarbij A1 en A2 onbrandbare producten zijn. Het nieuwe systeem vervangt de vroegere nationale classificatiesystemen die de handel belemmerden. A1 is de beste klasse en F staat gelijk aan niet geteste materialen of valt in de laagste klasse. De rookklasse wordt weergeven met S1, S2 en S3, waarbij S1 staat voor de beste prestatie. De brandende druppels en deeltjes worden weergegeven met d0, d1 en d2, waarbij d0 aangeeft dat er geen druppelvorming ontstaat.
Brandvertragend : door bepaalde producten toe te passen in een gebouw, wordt ervoor gezorgd dat de brand in een ruimte vertraagd wordt, voordat deze kan overslaan naar een andere ruimte.
Onbrandbaar: als een product onbrandbaar is, kan het niet ontvlammen en draagt het niet bij aan de brand. Dit zorgt voor de veiligheid van vluchtroutes in een gebouw.
Vlamdovend: het is vergelijkbaar met de onbrandbaarheid,alleen hierbij kan het materiaal aangestoken worden, maar dooft het gelijk. Er is dus geen sprake van een bijdrage aan de brandvoortplanting binnen een bepaalde termijn.
WBDBO: Weerstand bij Brand Doorslag en Brand Overslag. Dit is de weerstand van het gebouw bij het uitbreken van brand. Dit geeft aan dat de brand niet doorslaat naar andere gebouwen of overslaat naar gebouwen in de omgeving. Bij branddoorslag wordt vooral gekeken naar constructietypen, bepalend hierin is of die constructie vlamdicht is, thermisch isoleert tegen hitte en gedurende een bepaalde tijd intact blijft. Deze factoren hebben allemaal invloed op het punt van bezwijken van een constructie.
Wet en regelgeving brandwerendheid
Euro brandklasse | Vlamoverslag bij brand | Bijdrage aan brand | rookklasse | druppelvorming | FIRGA W/s | Type producten |
Klasse A1 | Geen vlamoverslag | Geen enkel bijdrage | nvt | nvt | nvt | Steen, beton, minerale wol |
Klasse A2 | Geen vlamoverslag | Nauwelijks bijdrage | S1,s2,s3 | d0,d1,d2 | 120 | Gipsplaat, minerale wol |
Klasse B | Geen vlamoverslag | Erg beperkte bijdrage | S1,s2,s3 | d0,d1,d2 | 120 | Gipsplaat, minerale wol |
Klasse C | Vlamoverslag na 10 minuten | Grote bijdrage | S1,s2,s3 | d0,d1,d2 | 250 | Bedekking van gipsplaten |
Klasse D | Vlamoverslag na 3 minuten | Hoge bijdrage | S1,s2,s3 | d0,d1,d2 | 750 | hout |
Klasse E | Vlamoverslag tussen 0-2 minuten | Zeer hoge bijdrage | nvt | Of d2 | nvt | XPS en EPS |
Klasse F | ongeclassificeerd | Niet bepaald | nvt | nvt | nvt | Geen gedrag |
Alle minerale wol producten van Knauf Insulation voldoen aan brandklasse A1.
Geëxpandeerde polystyreen producten zijn in SE kwaliteit, dit betekent dat de producten vlamdovend zijn en de ontvlamming vertragen.
VOCHT.
Waterdamp onstaat door het verdampen van vocht door middel van een warmtebron. Een zichtbaar voorbeeld hiervan is een waterkoker, het water wordt aan de kook gebracht en er ontstaat waterdamp. Warme damp kan condenseren op koude materialen, omdat koude oppervlakten minder damp in de lucht kunnen houden. Een zichtbaar voorbeeld hiervan is de badkamerspiegel na een warme douche of enkel glas in een gebouw.
HET GEVAAR VAN VOCHT
Vocht in gebouwen is zowel schadelijk voor de constructie in het gebouw als voor de gezondheid van de gebruiker. Een te veel aan vocht kan ontstaan door slechte ventilatie, koudebruggen, maar ook door gebruik van ongeschikte materialen in een toepassing, zoals onjuist geplaatste dakfolies en slecht toegepaste isolatiematerialen. In het ergste geval kan hierdoor schimmelvorming ontstaan, wat een negatief effect heeft op het comfort (bijvoorbeeld in de vorm van onfrisse lucht) en de gezondheid van de bewoners of gebruikers van het gebouw.
Vocht in terminologie
Er wordt onderscheid gemaakt tussen oppervlakte condensatie en inwendige condensatie:
Oppervlakte condensatie: onstaat altijd aan de warme zijde van een wand. Wanneer de oppervlakte temperatuur lager dan of gelijk is aan de omgevingstemperatuur van een ruimte, ontstaat er condensatie in combinatie met een hoge luchtvochtigheid.
Inwendige condensatie: komt voor in een slecht geïsoleerde wand, ook wel koude wand genoemd (volledig ongeïsoleerd). De temperatuur op een bepaald punt in de wand ligt lager of gelijk aan het dauwpunt.
Wet en regelgeving.
De termen luchtdichtheid en luchtdoorlatendheid worden in de wetgeving meegenomen. Door een goede luchtdichte dampopen constructie te creëren, ontstaan er minder energieverliezen en akoestische lekken. Anderzijds moet er voldoende dampdoorlatendheid gerealiseerd worden om aan de minimale eis te voldoen en praktische problemen te voorkomen. Ventilatie blijft altijd belangrijk, eventueel gekoppeld aan warmte terugwinning.
Een luchtdichte dampopen constructie.
Door de isolatieschil te combineren met dampremmende en waterkerende elementen, ontstaat een hoogwaardig isolerende constructie. Aan de binnenzijde van de constructie, de warme zijde genoemd, wordt een dampremmende folie geplaatst en aan de buitenzijde van de constructie, de koude zijde genoemd, wordt een regenscherm of waterkerende folie geplaatst.
De mate waarin een materiaal water tegenhoudt wordt weergegeven in waterdichtheidklassen. De hoeveelheid vocht die door de folie heen komt wordt gemeten comform beoordelingsrichtlijn BRL 4708. De waterdichtheid wordt weergegeven in de volgende waterdichtheidklassen:
- Klasse W1 : géén vochtdoorslag.
- Klasse W2 : waterdoorlaat ≤100ml
- Klasse W3 : waterdoorlaat ≤500ml
De belangrijkste eigenschap van een dampremmende folie is het vermogen om waterdamp tegen te houden. De mate waarin een folie over dit vermogen beschikt, wordt uitgedrukt in de zogenaamde Sd-waarde (waterdampdoorlaatbaarheid), ud-waarde (dampdiffusieweerstand) of in grammen waterdamp per m² folie/ per 24 uur (dampdoorlatendheid) en wordt ook wel afgekort als WDD (water Damp Doorlatendheid).